Onze bodemhelden!

MIER

Nut in de bodem:
Wij graven een groot nest in de bodem met tal van gangen. Door dit gangenstelsel komt water sneller bij de wortels van je planten. Daarnaast versnipperen wij heel wat afgestorven plantenafval. Deze snippers worden dan verder afgebroken door schimmels en bacteriën tot nieuwe voedingsstoffen voor de planten in je tuin.

Weetje:
Wij zijn belangrijke verspreiders van zaden in je tuin. Zo zorgen we bijvoorbeeld voor extra bloemen in je gras. Verschillende bestuivers zoals bijen, profiteren dan weer van meer bloemen.

MOL

Nut in de bodem:
Door het graven van een tunnelstelsel in de bodem zorg ik voor een betere beluchting en waterdoordringbaarheid. Ik eet ook heel graag insecten en hun larven zoals emelten en engerlingen, maar ook wormen en slakken vind ik heerlijk.

Weetje:
Mijn tunnelstelsel kan tot 200 meter lang zijn. Geen enkele worm is veilig voor mij. Door mijn lange haren op mijn lichaam kan ik een vallende worm in mijn gangenstelsel van heel ver horen en opsporen.

PISSEBED

Nut in de bodem:
Ik leef tussen het bladstrooisel, in composthopen of tussen rottend hout. Ik breek dood plantenmateriaal en schimmels af in je tuin. Zo komen voedingsstoffen opnieuw vrij voor je planten.

Weetje:
Ik behoor tot de kreeftachtigen, net zoals kreeften, garnalen of krabben. Net als mijn familie in het water heb ik kieuwen om te ademen. Deze kieuwen moeten vochtig blijven. Daardoor tref je me vaak in groten getale samen aan. Water in een groep verdampt namelijk minder snel.

SPRINGSTAART

Nut voor de bodem:
Ik eet bacteriën, schimmels en rottende plantenresten. Op deze manier vergemakkelijk ik de verdere afbraak van plantenresten door micro-organismen. Zelf word ik gegeten door spinnen en mijten. Zij spelen op hun beurt ook een belangrijke rol in een gezonde bodem.

Weetje:
Wanneer je wroet in de strooisellaag, de laag met afgevallen bladeren en plantenresten, dan zie je ons massaal wegspringen. We zijn zelden groter dan 5 mm, maar meestal wel zichtbaar met het blote oog. Wegspringen doen we met onze gevorkte staart. Deze is opgevouwen onder ons. Bij gevaar kunnen we deze in een oogwenk uitstrekken.

SPITSMUIS

Nut voor de bodem:
Ik hou van verschillende insecten en hun larven zoals emelten, maar hou ook slakken in toom door ze op te smullen. Door veel bezoekjes te brengen aan mijn ondergronds nest zorg ik voor een luchtigere bodemstructuur.

Weetje:
Mijn naam brengt verwarring want ik ben geen familie van de muis. Muizen zijn knaagdieren die voornamelijk plantaardig materiaal eten. Ik ben een echte vleeseter die actief jaagt op allerlei kleine ongewervelden, in het bijzonder op insecten.

SLAK

Nut voor de bodem:
Met mijn rasptong en mijn lange rij van tandjes versnipper ik heel wat halfverteerde plantenresten. Bacteriën en schimmels zetten dan verder deze fijne snippers om tot voedingsstoffen die planten opnieuw kunnen gebruiken om te groeien. Verder vorm ik ook het voedsel voor loopkevers, spinnen, mollen en spitsmuizen.

Weetje:
Ook al zie je me vaak boven de grond, toch leven wij voor een heel groot deel van onze tijd ondergronds.

REGENWORM

Nut in de bodem:
Ze noemen mij ook wel eens de ingenieur van de bodem. Enerzijds breng ik door mijn wormengangen lucht in de bodem en zorg ik dat regen vlot kan intrekken. Mijn gangen vormen ook ‘snelwegen’ waarlangs plantenwortels dieper in de bodem kunnen groeien. Daarnaast vorm ik slijmstoffen die bodemdeeltjes aan elkaar doet plakken. Op deze manier zorg ik voor een goede bodemstructuur.

Weetje:
In een gezonde tuinbodem komen wij met 500 tot 750 per vierkante meter voor. Knip ons zeker niet in twee want het is een fabel dat beide delen dan verder leven.

MIJT

Nut voor de bodem:
Ik speel een dominante rol in het bodemvoedselweb. In een gezonde bodem zijn wij te vinden met 100.000 in één vierkante meter. Sommigen van ons eten nematoden (aaltjes), springstaartjes, schimmels en halfverteerde plantenresten. Anderen jagen vooral op insectenlarven en springstaartjes.

Weetje:
De rovende mijten zijn een indicator van een gezonde bodem. Heb je ze in je tuin, dan weet je dat er ook andere bodemdieren aanwezig zijn zoals springstaartjes.

DUIZENDPOOT

Nut voor de bodem:
Ik ben een echte rover en voed me in de grond met mijten, springstaarten en nematoden (aaltjes). Zelf ben ik een toetje voor de mol.

Weetje:
Je kan mij onderscheiden van miljoenpoten doordat ik aan elk lichaamssegment één paar poten heb. Miljoenpoten hebben aan elk segment 2 paar poten.

MEIKEVER

Nut voor de bodem:
Mijn larven, de engerlingen, eten aan de wortels van planten voornamelijk grassen en kruidachtigen. Op deze manier brengen ze plantaardig materiaal in de bodem dat verder afgebroken kan worden door andere organismen. Ook zorg ik voor een luchtigere bodem doordat mijn larve zich bijna 4 jaar ondergronds beweegt.

Weetje:
Vaak hoor je mij eerder dan dat je mij ziet. Op warme zomermaanden maak ik een typerend brommend geluid.

Onze bodemhelden!

MIER

Nut in de bodem:
Wij graven een groot nest in de bodem met tal van gangen. Door dit gangenstelsel komt water sneller bij de wortels van je planten. Daarnaast versnipperen wij heel wat afgestorven plantenafval. Deze snippers worden dan verder afgebroken door schimmels en bacteriën tot nieuwe voedingsstoffen voor de planten in je tuin.

Weetje:
Wij zijn belangrijke verspreiders van zaden in je tuin. Zo zorgen we bijvoorbeeld voor extra bloemen in je gras. Verschillende bestuivers zoals bijen, profiteren dan weer van meer bloemen.

MOL

Nut in de bodem:
Door het graven van een tunnelstelsel in de bodem zorg ik voor een betere beluchting en waterdoordringbaarheid. Ik eet ook heel graag insecten en hun larven zoals emelten en engerlingen, maar ook wormen en slakken vind ik heerlijk.

Weetje:
Mijn tunnelstelsel kan tot 200 meter lang zijn. Geen enkele worm is veilig voor mij. Door mijn lange haren op mijn lichaam kan ik een vallende worm in mijn gangenstelsel van heel ver horen en opsporen.

PISSEBED

Nut in de bodem:
Ik leef tussen het bladstrooisel, in composthopen of tussen rottend hout. Ik breek dood plantenmateriaal en schimmels af in je tuin. Zo komen voedingsstoffen opnieuw vrij voor je planten.

Weetje:
Ik behoor tot de kreeftachtigen, net zoals kreeften, garnalen of krabben. Net als mijn familie in het water heb ik kieuwen om te ademen. Deze kieuwen moeten vochtig blijven. Daardoor tref je me vaak in groten getale samen aan. Water in een groep verdampt namelijk minder snel.

SPRINGSTAART

Nut voor de bodem:
Ik eet bacteriën, schimmels en rottende plantenresten. Op deze manier vergemakkelijk ik de verdere afbraak van plantenresten door micro-organismen. Zelf word ik gegeten door spinnen en mijten. Zij spelen op hun beurt ook een belangrijke rol in een gezonde bodem.

Weetje:
Wanneer je wroet in de strooisellaag, de laag met afgevallen bladeren en plantenresten, dan zie je ons massaal wegspringen. We zijn zelden groter dan 5 mm, maar meestal wel zichtbaar met het blote oog. Wegspringen doen we met onze gevorkte staart. Deze is opgevouwen onder ons. Bij gevaar kunnen we deze in een oogwenk uitstrekken.

SPITSMUIS

Nut voor de bodem:
Ik hou van verschillende insecten en hun larven zoals emelten, maar hou ook slakken in toom door ze op te smullen. Door veel bezoekjes te brengen aan mijn ondergronds nest zorg ik voor een luchtigere bodemstructuur.

Weetje:
Mijn naam brengt verwarring want ik ben geen familie van de muis. Muizen zijn knaagdieren die voornamelijk plantaardig materiaal eten. Ik ben een echte vleeseter die actief jaagt op allerlei kleine ongewervelden, in het bijzonder op insecten.

SLAK

Nut voor de bodem:
Met mijn rasptong en mijn lange rij van tandjes versnipper ik heel wat halfverteerde plantenresten. Bacteriën en schimmels zetten dan verder deze fijne snippers om tot voedingsstoffen die planten opnieuw kunnen gebruiken om te groeien. Verder vorm ik ook het voedsel voor loopkevers, spinnen, mollen en spitsmuizen.

Weetje:
Ook al zie je me vaak boven de grond, toch leven wij voor een heel groot deel van onze tijd ondergronds.

REGENWORM

Nut in de bodem:
Ze noemen mij ook wel eens de ingenieur van de bodem. Enerzijds breng ik door mijn wormengangen lucht in de bodem en zorg ik dat regen vlot kan intrekken. Mijn gangen vormen ook ‘snelwegen’ waarlangs plantenwortels dieper in de bodem kunnen groeien. Daarnaast vorm ik slijmstoffen die bodemdeeltjes aan elkaar doet plakken. Op deze manier zorg ik voor een goede bodemstructuur.

Weetje:
In een gezonde tuinbodem komen wij met 500 tot 750 per vierkante meter voor. Knip ons zeker niet in twee want het is een fabel dat beide delen dan verder leven.

MIJT

Nut voor de bodem:
Ik speel een dominante rol in het bodemvoedselweb. In een gezonde bodem zijn wij te vinden met 100.000 in één vierkante meter. Sommigen van ons eten nematoden (aaltjes), springstaartjes, schimmels en halfverteerde plantenresten. Anderen jagen vooral op insectenlarven en springstaartjes.

Weetje:
De rovende mijten zijn een indicator van een gezonde bodem. Heb je ze in je tuin, dan weet je dat er ook andere bodemdieren aanwezig zijn zoals springstaartjes.

DUIZENDPOOT

Nut voor de bodem:
Ik ben een echte rover en voed me in de grond met mijten, springstaarten en nematoden (aaltjes). Zelf ben ik een toetje voor de mol.

Weetje:
Je kan mij onderscheiden van miljoenpoten doordat ik aan elk lichaamssegment één paar poten heb. Miljoenpoten hebben aan elk segment 2 paar poten.

MEIKEVER

Nut voor de bodem:
Mijn larven, de engerlingen, eten aan de wortels van planten voornamelijk grassen en kruidachtigen. Op deze manier brengen ze plantaardig materiaal in de bodem dat verder afgebroken kan worden door andere organismen. Ook zorg ik voor een luchtigere bodem doordat mijn larve zich bijna 4 jaar ondergronds beweegt.

Weetje:
Vaak hoor je mij eerder dan dat je mij ziet. Op warme zomermaanden maak ik een typerend brommend geluid.

Minstens een kwart van de biodiversiteit op aarde leeft in de grond. Wil je meer weten over een gezonde bodem, welke beestjes daarin leven en hoe dat kan helpen tegen klimaatverandering? Klik dan hier.

ZO INSPIREER JIJ ANDEREN

Met het Velt-tuinbordje – speciaal getekend door cartoonist Canary Pete – toon je aan buren, vrienden en voorbijgangers dat jij tuiniert met respect voor de natuur en dat deze nuttige diertjes welkom zijn bij jou. Bovendien steun je met dit tuinbordje onze campagne ‘Doe het zonder’, die iedereen ervan wil overtuigen dat natuurlijk tuinieren een eitje is.

Geef het tuinbordje een zichtbare plaats in je tuin, hang het aan je gevel of zet het voor je raam. Zo inspireer je anderen om al wat leeft welkom te heten!

Bestel je tuinbordje via www.velt.nu/winkel

Het Groene Klimaatplein is een initiatief van Tuinbranche Nederland | Privacy statement

Tuinbranche Nederland